Er zijn meerdere ontwerpers die het grid en/of regels gebruiken als methode om structuur te creëren.
Wim Crouwel
Eén daarvan is Wim Crouwel, wie bekend staat om zijn systematische en ordende aanpak. In zijn werk werd hij sterk beïnvloed door Zwitsers ontwerp. Hierbij wordt op rationele en minimalistische wijze gebruik werd gemaakt van het grid als systeem. Crouwel beschouwde het grid als een erg belangrijk hulpmiddel. (Stedelijk Museum Amsterdam, 2019)
Zo ontwierp Wim Crouwel ook een stramien voor het Stedelijk museum. Na honderden ontwerpen vond hij iedere keer zichzelf opnieuw uit binnen dat ene stramien. Hij ontdekte steeds weer nieuwe mogelijkheden.
Wim Crouwel was rationaal en analytisch. Zijn ontwerpen kenmerken zich tot helder, ogenschijnlijk eenvoudig design. Daarbij stond functionalisme centraal. Een ontwerp waarbij de vorm logisch voortvloeit uit de functie. (van Brummelen, 2019)
Uitgaande van een zelf gecreëerd ‘speelveld’ waar alles mee begint tot een functioneel, doordacht, ‘kloppend’ ontwerp. Zoals al genoemd, is een goed voorbeeld hiervan de ontwerpen die hij maakte voor het Stedelijk Museum. Elk ontwerp is op één en hetzelfde stramien ontworpen. Wat ik verrassend hieraan vind, is dat je ziet dat de serie op elkaar is gebaseerd, maar toch heeft ieder ontwerp een eigen unieke vormgeving.
Echter is er wel één ding wat ik me afvraag, waar zou het grid voor het Stedelijk Museum op gebaseerd zijn? Zou het überhaupt ergens op gebaseerd zijn?
Josef Müller-Brockmann
Josef Müller-Brockmann is een ontwerper die bekend staat om zijn eenvoudige ontwerpen en zijn ‘clean’ gebruik van typografie. Binnen zijn ontwerpen is het gebruik van typografie en geometrie overheersend. Zijn composities zijn gebaseerd op zeer ‘regide’ rasters. Brockmann werd sterk beïnvloed door regels die hij gedurende zijn carrière in acht nam. Deze regels kunnen worden samengevat door het gebruik van zeer strikte compositie-rasters, objectieve foto’s om emoties te vermijden, het belang van ritme, harmonie, wiskundige en geometrische composities. (Mathias, 2018)
Josef Müller-Brockmann gaat erg diep in op het grid als systeem. Hij houdt zich eraan vast en laat het niet meer los. Ik herken zijn stijl en striktheid bij mezelf. Daarnaast vind ik het belangrijk dat in een ontwerp overal over na is gedacht, geen overbodige elementen maar er zijn relaties te vinden tussen de verschillende elementen.
Daan Rietbergen
Daan Rietbergen is een in Utrechtse grafisch ontwerper en kunstenaar gespecialiseerd in visuele identiteit, posterontwerp en typografie.
Bij Studio Dumbar begon hij zijn liefde voor rasters en systemen te ontwikkelen als basis voor het ontwerpen van visuele identiteiten en later zijn eigen typografische systemen. Volgens Daan is het ontwerpen van een visuele identiteit niet heel anders dan het ontwerpen van een typografisch systeem. Het draait allemaal om het maken van regels. (Stokkel, z.d.)
Een voorbeeld hiervan is Nespor, een op rasters gebaseerd typografisch project. De letters zijn ontworpen als één familie, maar hebben ook de kwaliteit om op zichzelf te staan. De witruimte en marges zijn even belangrijk als de vormen zelf.
“Like any other project, I started sketching digitally because I rarely sketch on paper. The result was a high contrast, grid-based bold typeface, with no ‘visual noise’. In that period I was not feeling very well and wanted to stay away from the computer and make physical work with my hands. So I started drawing the characters on paper, with fineliner and ruler, line by line, almost like a meditative way of working. When I felt restless, I tried to put every line on paper with great concentration. The drawings are therefore special to me because each drawing is made in a different emotion. For example, I have drawn some letters several times, and although the shape is the same, each drawing is different. Drawing the characters has retroactively determined and changed the shape of the letters. Then I started making the characters in public space, just like I used to do with graffiti, only now in a different style and taking more account of the environment and placement of the form. Such a large, sometimes aggressive typographic shape looks alienated in the streets. On a screen, the letter often doesn’t do it for me, but when the typographic form is big and placed in public space, it comes to life much more.” (The Brand Identity, 2020)
Meestal schildert Daan maar één typografisch teken in plaats van een heel woord. Als het één letter is, wordt het volgens hem veel abstracter en krijgt het in zekere zin minder betekenis. Met woorden communiceer je iets en Daan wilt zich meer focussen op de vorm en de letter zelf.
Het feit dat er talloze mogelijkheden zijn om een letter te schrijven, maakte eerst graffiti en later typografie interessant voor Daan.
There are so many different typefaces out there and that’s why it’s fun trying to come up with something new, thinking of a structure or system that nobody thought of before.
Daan Rietbergen
Bij het ontwerpen van een lettertype werkt Daan met één sterk basisprincipe. Dit principe bepaalt de grafische taal en de regels die hij zichzelf oplegt en dit weegt soms zwaarder dan de leesbaarheid. (Stokkel, z.d.)
Zijn werk is sterk beïnvloed door Nederlandse modernistische grafisch ontwerpers zoals Wim Crouwel, Ben Bos en Jurriaan Schrofer. (People Of Print, 2020)
The way they designed is the way I try to design; only show the things that are really necessary by using very powerful graphic shapes based on well thought out grid systems that get rid of all the visual noise.
Daan Rietbergen
Als ontwerper herken ik mezelf best wel in Daan. Het belang van het grid, de witruimtes, marges en vormen. Daarnaast vind ik het heerlijk om soms weg te blijven bij mijn computer en te experimenteren met mijn handen. Analoog werken heeft iets heel moois en persoonlijks, vind ik. Even je hoofd leeg maken, is iets wat naar mijn mening, dan echt kan. De fascinatie voor typografie deel ik ook. Ik vind het interessant om met letters te ‘spelen’ en eigen karakters te ontwerpen, gebaseerd op een grid.
Echter heb ik bij Daans grids net als bij Wim Crouwel dezelfde vraag. Zou elk grid ergens op gebaseerd zijn? Of is het een ‘random’ lijnenspel?
Jurriaan Schrofer
Als niet-tekenaar richt Jurriaan Schrofer zich op wiskundige vormen. Als ontwerper heeft hij de drang om te ordenen, maar daarbij is hij absoluut niet bang voor het spontane. Volgens hem is het grid belangrijk, maar nooit een keurslijf.
In Schrofers werk is zijn liefde voor typografie goed zichtbaar. Hij zoekt altijd naar de grens tussen de vorm en functionaliteit van letters. Daarnaast vindt hij het niet erg om het ritme en de visuele relatie tussen letters ten koste te laten gaan van de leesbaarheid. Autonome objecten, dat worden woorden onder zijn handen. Aan het einde van zijn carrière sneed Schrofer zelfs zijn letters half los van het papier. Op deze manier voegde hij een driedimensionaal gevoel aan de letters toe, waarin licht en schaduw ook een rol speelde. (Fabrique Communicatie en Design, z.d.)
“Schrofer schreef: ‘De combinatie organiseren en ontwerpen is me altijd blijven boeien. Ook het thema ‘serie’. Ik ben er altijd van uitgegaan dat een stramien er niet is om de wet te stellen. Die regels maak je om te weten waar je ervan af kan wijken. Als ontwerper ben je aan het ordenen maar ik vind het belangrijk dat de ordening een functie vervult bij wat je overbrengt. Het stramien moet zijn als een ademhaling. Je moet er fluiten, schreeuwen, hijgen mee kunnen uitdrukken. Ze moeten nooit dwangmatig zijn, altijd organisch.’” (Kunstbus, z.d.)
De drang hebben om te ordenen, maar niet bang zijn voor het spontane. Hier ben ik het meer dan mee eens. Ik vind het gaaf om te zien hoe er uit een ‘stricte’ structuur een verassend ontwerp kan ontstaan. Iets wat je van tevoren nooit had kunnen bedenken. Ook het feit dat je regels maakt om te weten waar je ervan af kan wijken speelt hierin mee.